Veranderingen op technisch gebied bijhouden, is een vak apart. Daar weten we bij ITS alles van. We nemen de ICT op scholen graag uit handen. Soms moet kennis van technologie ook bij leraren terechtkomen. Als het gaat om generatieve AI bijvoorbeeld.
Barend Last en Thijmen Sprakel schreven een boek over AI. Zij onderscheiden in het gebruik van generatieve AI, zoals ChatGPT, drie groepen. De voorlopers, vaak gedreven door FOMO (fear of missing out), zien de voordelen van AI. De tweede groep, gedreven door JOMO (joy of missing out), laat de technologische ontwikkeling liever aan zich voorbijgaan. Zij zien vooral de gevaren. Maar de grootste groep, onder wie veel leraren, valt ergens tussen FOMO en JOMO. De schrijvers maken zich zorgen. Volgens hen ontstaan er problemen als de kennis over AI van leerkrachten achterblijft.
‘Het is een jaar geleden dat ChatGPT gelanceerd werd. Op scholen demonstreer ik de mogelijkheden van generatieve AI. En steevast zijn er mensen die ChatGPT nog nooit hebben uitgeprobeerd. Dan denk ik: AI kan het onderwijs behoorlijk veranderen, het is dus belangrijk er kennis mee te maken’, aldus Sprakel.
Dat is ook praktisch, vinden Last en Sprakel, want AI kan leraren helpen. Bijvoorbeeld bij het differentiëren, door vragen op verschillende niveaus te genereren. Daarnaast kan AI het onderwijs verrijken. Laat leerlingen interessante onderwerpen ontdekken door te chatten met een chatbot. Een leuk voorbeeld is de BuffetBot. Deze chatbot gebruikt informatie uit brieven van de succesvolle Amerikaanse investeerder Warren Buffet om vragen te beantwoorden. De bot is helaas alleen in het Engels te gebruiken. Maar het is niet ondenkbaar dat soortgelijke bots in de toekomst ook in het Nederlands werken. Hoe gaaf is het voor leerlingen om hun vragen aan bekende figuren te stellen?
De kans is groot dat de leerlingen van nu, in de toekomst veel te maken krijgen met AI. Het is dus belangrijk dat ze de output van generatieve AI goed kunnen beoordelen. De antwoorden zijn namelijk lang niet altijd waar. Digitale geletterdheid en kritische denkvaardigheden van leerlingen worden dus steeds belangrijker. ‘Dit vraagt om een nieuwe tak van mediawijsheid waaraan we al vanaf het primair onderwijs aandacht moeten besteden’, vinden Last en Sprakel.
De hoge werkdruk die leraren ervaren, kan kennismaken met nieuwe technieken in de weg staan, denken Last en Sprakel. Voor het leren omgaan met AI heb je simpelweg tijd nodig. Misschien is het een optie een studiedag aan dergelijke onderwerpen te wijden?
Leerlingen weten vaak hoe ze generatieve AI moeten gebruiken. Zo weten veel leerlingen dat je met de app van ChatGPT foto’s kunt maken van huiswerkopdrachten. De app geeft dan keurig antwoord op de vragen. De leerkracht bekijkt de antwoorden en denkt: dat gaat prima zo. ‘De grote voordegekhouderij’ noemt Sprakel deze fase. Leraren hebben inmiddels snel door wanneer een leerling ChatGPT gebruikt. Maar de technologie is voortdurend in ontwikkeling. Het is nog maar de vraag of het in de toekomst mogelijk blijft om de teksten te onderscheiden. ITS adviseert leraren daarom zich te verdiepen in de technologie. Zo weten ze wat er allemaal mogelijk is en waar ze op moeten letten om AI-gebruik te spotten. En als de technologie blijft ontwikkelen, moeten scholen misschien zelfs de manier van toetsen aanpassen.
Dat AI de leraar overbodig zou maken, is een misvatting. Sprakel: ‘Om de waarheid van AI-gegenereerde teksten te kunnen beoordelen is feitenkennis nodig. Die moeten leraren aanreiken aan de leerlingen. En dat leerlingen met alles wat digitaal is kunnen omgaan, is een mythe. Ze vinden snel hun weg op Snapchat, Instagram en TikTok maar behendig werken met computerprogramma’s die ze later in hun baan nodig hebben, is lastiger.’
Volgens de schrijvers is het de taak van het onderwijs om met leerlingen in gesprek te gaan. Generatieve AI is niet meer weg te denken, maar veel ethische vragen zijn nog onbeantwoord. Wat kunnen we met AI? Kan iedereen hier mee omgaan? Wat doet dit met ons? Maakt het ons lui? Last: ‘Zo’n gesprek over die ethische aspecten, en met een open houding samen op onderzoek uitgaan: dat brengt je verder in de wereld van AI.’